Laatste nieuws - Duivensport contra voetbal.

Vanwege familiale omstandigheden ben ik weleens op de voetbalvelden aanwezig.
Het moet worden gezegd, langs de lijn kan het reuze gezellig zijn, zoals het gezellig kan zijn als je met supporters de duiven opwacht.
Sinds mijn promotie van duivenmelker naar duivencoach ben ik zeer geïnteresseerd in de sportbeleving van coaches in andere sporten.
Meer dan de voetbalsport zelf want naast het feit dat er voor mij in de club geen lager niveau te vinden was en ik dus totaal geen talent was, is nu vandaag 1 uurtje voetbal al voldoende om mij mijn gedachten te laten afdwalen naar mijn gevleugelde vrienden.
Ook nu dus, aan de zijlijn.
Het fluitsignaal van de man in het zwart klonk en de wedstrijd begon.
Ik zag wat herkenpunten. De wedstrijdfluit. De man in het zwart floot en wees en ja hoor een speler moest zich melden. Laat ik nu precies hetzelfde doen bij de duiven, dacht ik. De coach had zich verschanst in een broedbak ( dug out noemen ze dat in voetbaltermen) naast de lijn .
De wedstrijd was ternauwernood begonnen of de coach sprong uit zijn bak en riep: “Kees, diep, diep diep ”. Kees zette de spurt erin en rende een kant op , op de hielen gezeten door een tegenstander.
“Breed die bal, breed” .
Hij neigde te gaan zitten maar hij stond weer al met zijn voeten op de kalklijn: “Scheids, Scheids”. Een speler lag op de grond te kronkelen. “Niet dribbelen Jaap, niet dribbelen”, herhaalde hij bijna huilend.
Het publiek begon te juichen. Mijn coach zakte teleurgesteld terug in zijn bak en ik herkende het gevoel. “Er zijn er al 10 gemeld van Vierzon”.
Er werd opnieuw afgetrapt. Met nog meer energie begon de coach met overslaande stem zijn ploeg aan te vuren. “vrijlopen Jan” ”vrijlopen” gilde hij nu .
Onze ogen kruisten even alsof hij bij mij hulp zocht. “Hee buitenspel”, de coach stormde naar een man met een zielig vlaggetje in zijn hand.
De coach begon bij de vlaggeman verhaal te halen terwijl de tegenstander juichend richting eigen helft rende. De coach leek ter plaatse een hartaanval te krijgen . Hij begon te zwaaien en symbolisch zijn ploeg naar voren te duwen.
Ondertussen was ik allang afgedwaald naar de duiven. Ik opende in gedachten de weduwnaars ramen en ging rustig zitten. De weduwnaars hoefden van mij niet te diep te gaan, ze gingen breed toen ze weer boven het hok uiteenspatten. Het fluitje was niet nodig , het openen van de klep was voldoende. Een uurtje later zaten de weduwnaars allemaal in hun dug out. Arme voetbal coach dacht ik. Geef mij maar 11 goede duiven. Het beste elftal dat er is.
Mijn kleinzoon haalde me uit mijn dromen. “Ik was de beste opa ? Toch? “Jawel” hoorde ik me zeggen, naar jou noem ik nog eens een duifje”. De kleine leek gelukkig en ik des te meer. Dat ik n.l. duivencoach ben.